Alleen gaat de intake van Karel helemaal niet over loopbaanbegeleiding
Bij me aan tafel zit Karel.
Over loopbaanbegeleiding en zo.
Karel is gay.
Über duidelijk gay.
Ik voer met hem een intake gesprek.
Alleen gaat de intake van Karel volgens mij niet helemaal over loopbaanbegeleiding.
Ik denk dat hij privé ook wel eventjes kennis wil maken.
Om hem eventjes af te laten koelen haal ik thee.
Terwijl ik de thee gelukkig zonder voetenbad op de tafel zet begint hij een mop te vertellen.
Het wordt een beetje awkward.
Hij pakt het koekje uit.
Ik hoor de verpakking knisperen.
Dan scheuren.
Nog meer geknisper.
Brrr.
Ik denk na wat mijn opties zijn.
Hij neemt een hapje van het koekje.
Het denken, zeg maar dat scannen, dat gaat vele malen sneller dan elke letter die ik nu aan het typen ben.
Ik hoor het Bastogne koekje kraken tussen zijn tanden.
Mijn hersenen kraken ook.
Oh My God, ik hoor hem het koekje zelfs doorslikken.
Ik besluit om de stilte niet te verbreken.
Lekker koekje zegt hij.
Want ik wil toch echt mijn grens aangeven.
Oooh ik ken nog een vreselijk goede mop zegt hij.
Ja tuurlijk, het kan altijd nog net wat erger toch?
Het gaat niet over loopbaanbegeleiding.
Hij vertelt een platte, schuine, sleazy gay mop.
I am not so amused.
En Karel heeft de slappe lach.
Dat kan toch wel vraagt hij?
Twee homo’s even gezellig onder elkaar?
Ik sta met mijn mond vol tanden.
Ja ik ben toevallig gay.
Maar dat staat toch niet op mijn voorhoofd getatoeëerd?
En ik geloof ook niet dat het gay zijn er bij mij vanaf druipt.
Bij Karel wel.
Hij maakt er zo’n typisch nichterig gebaar bij, je weet wel, zijn hand slaat van achteren naar voren en zijn wijsvinger wijst naar mij.
Blijkbaar pikt Karel mijn non-verbale signalen niet op.
Ik beantwoord zijn vraag door rustig te zeggen dat ik in de eerste plaats loopbaanbegeleider ben.
En dat mijn seksuele voorkeur op dit moment niet zo relevant is.
Oh zeg ik.
Ben trouwens helemaal vergeten water te halen.
Ik stap met opzet uit deze energie en haal even een karaf met water.
Ik ben overigens beelddenker.
En ik stel me voor wat er zou gebeuren als ik nu tot overmaat van ramp bij het inschenken van een glas water een beetje water op zijn pantalon zou morsen?
Don’t even go there zeg ik tegen mezelf en ik roep mezelf tot de orde.
Weer over loopbaanbegeleiding.
Als ik de gespreksruimte binnenstap vraag ik of ik eerst de standaard vragen mag stellen, zodat ik alle gegevens even snel op een rijtje kan krijgen.
Hoppa denk ik bij mezelf, nu even professioneel graag ok?
Volgens mij is inmiddels het kwartje wel gevallen bij Karel.
Karel is 45 jaar, heeft een ego dat je niet over het hoofd kunt zien en werkt als teamleider bij een ministerie.
Een half jaar geleden heb ik op datzelfde ministerie in Den Haag een teambuildings-opdracht gekregen en blijkbaar is hier sprake van mond tot mond reclame.
Gelieve dat in dit geval niet al te letterlijk op te vatten ok?
Even een geintje van mijn kant.
Karel is Academisch geschoold en heeft een voorspoedige loopbaan opgebouwd.
Niets op aan te merken.
Ik vraag wat ik voor hem kan doen.
Hij vertelt dat hij het allemaal zo langzamerhand wel heeft gezien.
Seen it, been there, done that.
Dan heb je nog meer dan 20 saaie jaren voor de boeg opper ik.
Nu gaat Karel een beetje snauwen.
Je wordt geacht me te helpen zegt hij.
Hij vindt mijn cynisme ongepast.
Althans, hij ervaart het als cynisch.
Ik leg uit dat ik van confronterend coachen houd.
Dat het hem niet gaat helpen als ik hem alleen naar de mond praat.
Ze hadden hem trouwens op het Ministerie al gewaarschuwd voor me.
Dat ik snel de vinger op de zere plek kan leggen.
Ik vraag hem of hij de saaiheid in zijn loopbaan in stand wil houden, of dat hij echt tot leven wil komen.
Dat laatste.
Fasten your safetybelts suggereer ik.
Hij vraagt wat mij anders maakt dan andere loopbaanbegeleiders.
Ik leg uit, dat ik met familie- en loopbaanopstellingen werk.
Toevallig heeft hij een paar jaar geleden zo’n sessie met opstellingen meegemaakt.
Dat is inderdaad andere koek zegt hij.
Hehe.
Nu ontstaat er wat rust in het gesprek.
Over loopbaanbegeleiding.
Ik vertel hem, dat familie- en loopbaanopstellingen eigenlijk niet zijn uit te leggen.
Dat beaamt hij.
Maar dat één opstelling effectiever is dan vijf of tien gesprekken bij een reguliere therapeut.
Uhum zegt hij.
Ah, ik geloof dat ik nu dichterbij kom, want het begint spannend te voelen.
Mag ik een gokje wagen vraag ik?
Weer Uhum.
Zo op het eerste gezicht ben je een erg aardige vent, maar ik durf te wedden, dat je kampioen bent in het eigenlijk op afstand houden van anderen.
Nu een Uhum van een boer die lacht met kiespijn.
Ja hallo zegt Karel, we zitten hier nog geen half uur, jij durft wel hoor met je waardeoordelen.
Oh dus het klopt zeg ik rustig?
Wat een nichtenstreek sputtert hij na.
Dus het klopt?
Yep.
En hoe zit het dan privé vraag ik?
Doe je daar ook alsof je met je leven rechtsreeks uit de glossy VT Wonen komt gestapt, maar eigenlijk is er geen bal an?
Pats.
Tranen.
Zakdoekjes.
Ruimte geven.
Nog meer tranen.
In het zakdoekje snuiten.
Mij vooral niet aankijken.
Mijn man is twee jaar geleden overleden zegt hij.
Oooh man wat verdrietig zeg ik.
En hij vertelt het hele verhaal.
De relatie was eigenlijk al over.
Een beetje pijn in de maag.
Minder eetlust.
Slokdarmkanker.
Met een half jaartje sloot de man van Karel definitief de ogen.
Sindsdien heeft hij met de kiezen op elkaar doorgeploeterd.
Misschien ben je er nu pas aan toe om het allemaal definitief een plek te geven opper ik?
Een stilte die zachtjes ja fluistert.
Weer Karels Uhum.
Ik wil hem een beetje voorbereiden op de training.
Mijn trainingen zijn daadwerkelijk lifechanging.
Het zijn geen trainingen voor watjes!
Ik vertel dat er kans is, dat hij met een familieopstelling zijn overleden man gaat opstellen.
Ja daarom zat ik net zo te brullen zegt hij, want dat was het kwartje dat net viel.
Inderdaad zijn er nog wat rafelige randjes.
Niet alles is uitgesproken tussen Karel en zijn overleden man.
Hij zegt tegen de training op te zien, maar het voelt wel als de juiste stap.
Ik vraag of ik hem mag noteren voor de training.
Uhum.
Drie weken later is het zo ver.
De eerste training.
We beginnen met een voorstelrondje.
Grappig, de meeste cursisten vertellen over hun werk.
En over loopbaanbegeleiding die ze zoeken.
Alsof je in je leven in de eerste plaats dat bent waarmee je je geld verdient.
We doen dus een tweede voorstelrondje.
Daarna vraag ik ze om iets te delen wat de ander vooral NIET mag weten.
Karel vertelt, dat hij aan de binnenkant eigenlijk een softie is.
Dat er niet veel voor nodig is om hem aan het huilen te krijgen.
We voelen, dat Karel op het kantelpunt van wel of geen tranen zit.
Nee.
Geen tranen.
Net even te vroeg.
Nog niet veilig genoeg.
We doen pauze met koffie, thee en chocolade.
Zo’n eerste anderhalf uur van de eerste trainingsdag houd ik het tempo meestal laag.
We zitten in een kring.
Ze denken dat ze de enigen zijn die shit heeft meegemaakt.
En ondertussen zitten ze te taxeren of ze zich bij de ander veilig genoeg voelen in het geval dat de waterlanders zich onbedwingbaar aandienen.
Na de pauze gaan we een laagje dieper.
Ik nodig ze uit om te vertellen hoe het er vroeger thuis aan toe ging.
Eén voor een beginnen de cursisten te ontdooien.
De geur van vroeger thuis, dat is weer eventjes thuis komen.
Niemand, echt helemaal niemand maakt zulke lekkere kippensoep als oma.
Als ze aan vroeger thuis denken, dan ruiken ze weer oma’s lekkere zelf gemaakte kippensoep.
Dan is Karel aan de beurt.
Hij is welbespraakt, maar nu is hij zijn tong kwijt.
Oh nee, hij bijt erop.
Potverdikkeme zegt hij, ik dacht dat ik dit toch al wel een plekje had gegeven, maar ik word er heel emotioneel van zegt hij.
Hij vertelt dat zijn moeder overleed toen hij veertien was.
Tranen.
Je zult het haast niet geloven, maar ook slokdarmkanker.
Tranen biggelen over zijn wangen.
Vader werkte hard om de kost te verdienen.
Zakdoekjes.
Gelukkig was er een hele lieve buurvrouw.
De zakdoekjes zijn haast niet aan te slepen.
De buurvrouw heeft het gezin draaiende gehouden.
In de zaal hebben we allemaal kippenvel.
We zien Karel nu ontdooien.
Zijn ziel is toen hij veertien was in een soort van survival shock geraakt.
Sindsdien is Karels ziel nooit meer in de oorspronkelijke staat van warmte en relaxedheid gekomen.
Lieve lezer, soms heb ik de indruk dat er boven ons een man met een baard achter een mengpaneel dingen voor ons zit te regelen.
Zou het echt puur toeval zijn dat Karel twee keer in eenzelfde situatie komt?
De volgende dag hebben we Karels gezin van herkomst opgesteld.
Je kunt het haast wel raden.
Tranen, heel veel tranen.
Nu is Karel 45 jaar en heeft hij de innerlijke kracht om niet vanuit ratio, om niet vanuit ego, maar om vanuit hart en ziel vrede te krijgen met het grote verlies van zijn moeder.
Het muurtje dat hij om zijn hart had gemetseld kan nu in stapjes weer smelten, zodat zijn warmte weer helemaal tevoorschijn komt.
In de tweede training hebben we zijn levensopdracht verder uitgewerkt.
Karels opdracht is zorgzaamheid.
Als hij in zijn schaduw staat of zijn anti-contract, dan wordt hij zorgeloos en hard.
Zorgzaamheid valt voor Karel goed te combineren met een coachende stijl van leidinggeven.
Nou heeft Karel best wel pit in zijn donder.
Hij mag overwegen of hij de overstap wil maken naar de profit sector.
Een andere variant is bij zijn huidige werkgever leidinggeven aan probleemteams.
In elk geval niet meer zo veel rust reinheid en regelmaat, want dat is te saai voor Karel, dan kakt hij in slaap en hij wordt er wat opstandig van.
Over loopbaanbegeleiding.
Karel kan weer lekker verder met zijn loopbaan.
Een andere baan bij een andere werkgever is heelmaal niet nodig.
Wil je familie- en loopbaanopstellingen aan den lijve ervaren?
Dat kan met een 1-daagse masterclass.
See you there ok?
Bodo